Mediakunstenaar René van Engelenburg gaat met De Koude Kermis de grens over

Met gepimpte kermisattracties staat René van Engelenburg van mediakunst-collectief DROPSTUFF.nl op festivals in binnen- en buitenland. De zogeheten Koude Kermis wordt steeds verder uitgebreid en won vorige week een Europese cultuurprijs. “We doen dingen vooral omdat we ze leuk en uitdagend vinden. Dat was jarenlang een kwestie van financieel zien te overleven, maar nu gaat het echt de goede kant op.”

René van Engelenburg

De kermisuitbater kijkt met een fronsende blik naar de installatie die het team van DROPSTUFF.nl gemaakt heeft. Een ritje dat ruim zeven minuten duurt en waar per keer maar twee mensen in kunnen? Dat is toch helemaal niet rendabel? Van Engelenburg, in 2002 afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie vertelt het lachend. “Rijk worden we er zo inderdaad niet van, maar de Koude Kermis is een dusdanig succes, dat we nog steeds aan het uitbreiden zijn.”

Op De Koude Kermis, die onder meer al op Lowlands, Cinekid en de Frankfurter Buchmesse heeft gestaan, stappen bezoekers in traditionele attracties die in een modern jasje zijn gehesen. Zo is er een virtual reality rollercoaster-ride, een grijpmachine genaamd Grab the Pussy en een draaimolen met augmented reality.

Geen elitair gedoe

Het idee achter de kermis is om kunst en cultuur toegankelijk te maken en daarmee een breed publiek te bereiken. “Er zijn helaas in de cultuurwereld, als je het bijvoorbeeld vergelijkt met de sportwereld, nauwelijks directe verbanden tussen de amateurs en liefhebbers, en de artistieke top. Die top zit in een ivoren toren en spreekt een taal die alleen voor een kleine doelgroep bedoeld lijkt.”

Beeld © Dropstuff

Dat moet volgens Van Engelenburg anders kunnen. Zonder elitair gedoe. “Het verband tussen volkscultuur en hoge kunst zou veel zichtbaarder moeten zijn. Kunst en kermis komen allebei voort uit de kerk, waarbij klasse het verschil maakt. Maar allebei draaien ze om het vertellen van verhalen. Wij proberen een logisch samenspel te creëren tussen volkscultuur, erfgoed en hoge kunsten. Zo confronteren we mensen die niet uit zichzelf een museum binnen stappen toch met culturele content, in de openbare ruimte.”

De vraag is hoe je daar dan vervolgens je boterham meer verdient “De hoeveelheid beschikbare subsidies is drastisch afgenomen, dus daar kun je jezelf niet van afhankelijk maken”, constateert Van Engelenburg. Zijn bedrijf ging in de crisis dan ook bijna onderuit. “Dat hebben we opgevangen door ook apparatuur te gaan verhuren. Zo verdienen we bij en zijn we minder afhankelijk.”

Creatief reclamebureau

Van Engelenburg: “Daarnaast worden we steeds vaker als een soort creatief reclamebureau gevraagd. Dat begint dan meestal met de vraag: ‘We zijn met dit en dit bezig. Kunnen jullie daar wat voor bedenken?'” Van een interactief treinspel in een pop-up store op Utrecht Centraal tot telefooncellen die dienst deden als éénpersoons VR-bioscopen voor het Mauritshuis in Den Haag.

“Het bedenken van belevingen is waar we ons geld mee verdienen. De opdrachtgever wil pas geld uitgeven als hij weet dat hij iets leuks krijgt, dus dat betekent dat wij moeten investeren in dingen waarvan we niet zeker weten of het wat gaat opleveren. Daar zit wel een spanningsveld, maar nu we wat bekender worden, gaat het steeds makkelijker. We kunnen een stevig CV laten zien en dat wekt vertrouwen.”

Want niet elke mediakunstenaar krijgt het voor elkaar om voor lange rijen op Lowlands te zorgen – “alle poesjes uit de grijpmachine waren op” – maar ook op de Biënnale van Venetië te staan. Bij zo’n grote organisatie een voet tussen de deur krijgen, kost veel tijd en energie. “We hebben inmiddels meerdere keren in Venetië gestaan. De eerste keer ben ik er in het wilde weg heen gegaan en kregen we hulp van een Nederlander die ons door het oerwoud van regelgeving leidde.”

Beeld © Dropstuff

Guerilla’s in de kunstwereld

Maar dan ben je er nog niet. “Nadat je door een inhoudelijke toets gegaan bent, moet je je inkopen. Het kost €20.000 om mee te doen. Het is dus letterlijk betalen om op de lijst te komen. Je komt dan in de catalogus te staan en wordt opgenomen in de route. Maar we staan buiten op een plek waar toch iedereen langs komt, dus nu doen we het een beetje guerrilla: we hebben een deal gesloten met een organisatie wiens privégrond we huren.”

Die tegendraadse houding lijkt een belangrijke factor te zijn van het succes van DROPSTUFF.nl . “We zijn niet echt een typische kunstpartij, maar ook niet echt een ontwerpbureau. Sommige partijen vinden dat ingewikkeld, met name de kunstwereld. Juist daarom vinden we het leuk om op zo’n officieel kunstevent als de Biënnale aanwezig te zijn. Want we schuren tegen de bestaande conventies aan door juist daar een kermisattractie neer te zetten. Maar uiteindelijk zie ik dat als onze meerwaarde: het verbinden van verschillende werelden.”

Het ECCE – European Centre for Creative Economy – denkt er ook zo over: op 12 februari kreeg DROPSTUFF.nl in Dortmund de NICE Award 2019 uitgereikt. Een Europese prijs voor sociale innovatie binnen de creatieve industrie.

Het team van Dropstuff, met rechts bovenin René van Engelenburg Beeld © Dropstuff

Van Engelenburg nam de prijs samen met zijn zakelijk partner Gijs ten Cate, verantwoordelijk voor de media development, in ontvangst. “Binnen DROPSTUFF.nl is alles teamwork. Ik geloof niet in het beeld van de kunstenaar als genie die alles alleen kan en doet. Ik ben het creatieve geweten, maar de rol van mijn collega’s, mede-ontwerpers en partners is net zo groot. Ik bedenk iets en destilleer het, en andersom. Zij bemoeien zich er tegenaan en juist daardoor ontstaan er spannende dingen. Meer dan wanneer je iets in je eentje gaat doen.”

Dansende auto’s in Venetië

De nieuwste creatie van het team – en een verdere uitbreiding van de Koude Kermis – zal dit voorjaar op de Biënnale van Venetië gepresenteerd worden. “Bumper Ballet is een klein botsautobaantje met vier auto’s. Net als bij gewone botsauto’s neem je erin plaats en rijd je rond in het wagentje, inclusief botsen. Maar na een minuut of twee nemen de auto’s de controle over. De wagens voeren dan met elkaar een dans uit en degene die erin zit, ervaart hoe het is als de techniek het overneemt.”

Voor het Bumper Ballet is DROPSTUFF.nl een samenwerking met Eindhoven Museum aangegaan. “Bij zulke samenwerkingen is het belangrijk om op zoek te gaan naar een gemeenschappelijk belang. We geven een extra laag aan inhoud door de verhalen te vertellen die de musea willen delen. In dit geval worden de botsauto’s gekoppeld aan een project over mobiliteit waarbij we verwijzen naar de Nederlandse autogeschiedenis en DAF.”

Bungeetrampolines

Ook zal dit jaar The Puppet Player aan de kunstkermis worden toegevoegd. “Die bestaat uit meerdere bungeetrampolines, waar je in een tuigje zit en vrij hoog kunt springen. Op het kruispunt van de trampolines zetten we in samenwerking met een andere kunstenaar een gigantische robot neer, waardoor het lijkt alsof de robot als een marionettenspeler de mensen aanstuurt. Als een soort opperwezen.”

En daar zal het niet bij blijven, want de ideeënstroom is voorlopig nog niet opgedroogd. “We hebben nog meer plannen, waar we nu fondsen en partners voor aan het werven zijn. Het is een kwestie van coalities smeden. Laten zien wat we willen en kijken wie dat ook leuk vindt, want dat is het belangrijkste: dat je een win-win-situatie creëert.”